
Toen ik vanochtend vroeg naar buiten keek dacht ik aan die mooie regel : “Mais où sont les neiges d’antan ?” Niet dat ik altijd in het Frans denk en zeker niet om zeven uur ’s ochtends. Misschien kwam het omdat ik gisteravond het Frans van mijn dochter overhoorde en ik vanochtend de wereld wit zag. Waar kende ik die regel toch van? Ik besloot eerst naar het Vondelpark te gaan voordat de sneeuw voor de zon zou smelten. Mijn werk zou niet smelten en duldde best nog wat uitstel.
Het park lag er vredig bij. Mooi gehuld in een flinterdun laagje sneeuw. Ik was net op tijd. Onder de bomen regende het al smeltwater, terwijl de zon de sneeuw nog wat oplichtte, begon de sneeuw langzaam te verdwijnen. Les neiges d’antan, de sneeuw van weleer, wat wil je nog meer? Waar ken ik die regel toch van?

Het is een regel uit een gedicht. Een gedicht van de Fanse dichter, dief en vagebond François Villon. Een arme sloeber die in de late Middeleeuwen in Parijs opgroeide en af en toe Parijs verliet vanwege een moord of een diefstalletje. Zijn regel “Mais où sont les neiges d’antan ?” is wereldwijd bekend en wordt menigmaal geciteerd om de melancholie van het leven aan te duiden. Toch bijzonder dat na na zes eeuwen die ene zin nog regelmatig valt. François moest eens weten.
Vooruit nog een foto, want wie weet is het de laatste sneeuw van deze winter.

Plantenjournaal- Zuidelijke Brandnetel (Urtica membranacea)
In het radioprogramma Vroege Vogels hoorde ik voor het eerst van de Zuidelijke brandnetel. Op jacht naar winterbloeiers is deze maand een allochtone plant ontdekt, nota bene in de Pijp in Amsterdam. Het is geen gewone brandnetel, hij geeft witte kleine bloempjes in de winter en prikt veel minder dan de gewone grote brandnetel.
De plant leeft normaal in Portugal of Spanje, maar nu dus ook in de geveltuintjes van de Pijp. Hij schijnt zich hier thuis te voelen. Naar alle waarschijnlijkheid is hij als verstekeling meegelift met uit Zuid-Europa ingevoerde kuipplanten. Geholpen door zachte winters heeft de zuidelijke brandnetel mogelijk de eerste stappen naar inburgering gezet.

Leuk, we hadden elkaar tegen kunnen komen in het Vondelpark. Daar liep ik ook, te genieten van dat mooie wit. Maar zonder die prachtige dichtregel. Die ken ik nu ook en vergeet ik niet meer.