Na de Groene Jas, de Groene Tulp. De Groene tulp wandelt natuurlijk niet, maar ik beleef er veel plezier aan. Het is net of de bloem elke dag iets verzint om mijn aandacht te trekken. Dan is het een paar druppels water in de palm van haar blad en dan is het een vleugje geel in een van haar bloembladen. Altijd subtiel., maar elegant. Tja, je moet wat als je tussen al je gekleurde collegae staat.
Met de Groene Jas op stap is een feest. De kleur stemt al vrolijk. Bovendien is de bewoner van de jas een opgewekte snuiter. De jas valt op en roept reacties op, vooral in de stad, meestal positief: “Meneer, wat een mooie jas heeft u aan”. De jas knikt, glimlacht en loopt rustig door met de rug gestrekt. Dat laatste gaat niet vanzelf, maar met de handen op de rug lukt het aardig.
In Het Amsterdamse Bos kleurt de jas een met de natuur. Net zo groen als het gras en de bladeren van de wilgen langs het pad. De vogels tjilpen: “wat een rare vogel is dat”.
De naam Truus deed mij meteen denken aan m’n moeder. Haar echte naam was Geertruida Alberdina, maar niemand noemde haar zo. M’n tweelingbroer en ik plaagden haar met die naam. We zongen dan het lied van Alexander Curly en veranderende Guus in Truus. Het lied paste haar niet alleen omdat ze Groningse was, maar ook omdat ze van gekke dingen hield.
“Truus kom naar huus want de koeien staan op spring’n De varkes mutt’n vret’n en ’t hooi moet van ’t land Truus kom naar huus want daar ‘beuren rare ding’n …….
De gele narcisletters die in Utrecht aan de Catharijnesingel bloeien, hadden natuurlijk niets met onze moeder te maken, maar met wie dan wel? Het blijkt een oorlogsmonument te zijn. Normaal hebben zulke monumenten iets zwaars, maar de bloemenletters van Truus zien er zo lief en licht uit. En toch, door al z’n eenvoud een ferm gebaar.
Het bloemenmonument is voor Truus van Lier, een rechtenstudent en verzetsstrijdster uit de Tweede Wereldoorlog. Ze was lid van van de verzetsgroep C-6 en werkte als koerierster, smokkelde wapens, bracht joden naar onderduikadressen. Een moedige vrouw. In 1943 is zij op 22-jarige leeftijd geëxecuteerd in concentratiekamp Sachsenhausen. Dit omdat ze een beruchte Utrechtse hoofdcommissaris van politie had doodgeschoten. De NSB’er, zocht zeer actief naar ondergedoken Joden. Omdat er geen enkel monument was voor Truus van Lier, besloot de heer Tommie Hendriks om een ‘bloemenmonument’ voor haar te planten en te onderhouden. Sinds vorig jaar heeft Frank de Munnik het stokje overgenomen. Sinds negen jaar siert, in de lente, haar naam de berm van de Catharijnesingel. Daardoor weten steeds meer mensen wie Truus van Lier was. Een mooi eerbetoon. Acht uur vanavond denk ik even aan Truus.
Detail gebloemde kus in gouache van Aloïse Corbaz foto Atelier de numérisation
Art Brut is iets anders van opzet dan de Tefaf. Dit geldt zowel voor de kunstwerken als voor de bezoekers. Op de Tefaf in Maastricht lopen veel ‘sjieke’ mensen met extravagante kleding of dure sieraden rond. Naast de kunst is het dan ook zeer de moeite waard om mensen te kijken. Als je tenminste van wat gekkigheid houdt.
Art Brut is net iets anders. Daar zie verrassende kunst van mensen met een bijzondere achtergrond. De een heeft in de gevangenis gezeten, de ander in een psychiatrische instelling, maar hun kunst is met een gedrevenheid gemaakt. Het spat van de doeken af. Het was Jean Dubuffet die deze spontane kunst verzamelde en voor het eerst in 1949 in Parijs exposeerde. De culturele elite stond even op z’n kopf. Dubuffet wilde de manier van kijken naar kunst vernieuwen. Weg van de gebaande paden: de gevestigde uitgangspunten, de academische blik en standaarden moesten wijken voor de nieuwe spontane kunst door onbekende kunstenaars zonder enige vorm van kunstopleiding.
De gebloemde kus is geschilderd door Aloïse Corbaz (1886-1964). Zij werkte als gouvernante aan het hof van Willem II en werd heimelijk verliefd op de keizer. Zo erg zelfs, dat ze een ingebeelde liefdesaffaire met hem kreeg. Wanneer ze later in een inrichting terecht komt, begint ze kunst te maken.
De expositie van Dubuffet is te zien in het Outsider Art Museum in de Hermitage (t/m 25 september 2019). Er lopen daar geen gekke mensen (zoals op de Tefaf) rond, maar de kunst is er even mooi.
” Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente”, een vrolijke hit uit de jaren ’90. De lente van 2018 is zeker vrolijk, het voelt als een zomer die nooit over zal gaan, terwijl de zomer nog moet beginnen.
Van Suzanne- , trouwens ook een hit (maar dan uit de jaren ’80), met-de-mooie-ogen (Thunbergia) word ik ook vrolijk. Haar inktzwarte ogen in de witte kroonbladen blijven je aandacht trekken.
Het is een eenjarige plant die graag in de zon staat, maar het ook goed blijft doen half in de schaduw. Het is een snelle klimmer, die goed ondersteunt moet worden. Zorg er voor dat zij goed te drinken krijgt, dan heb je een lange zomer plezier van haar mooie ogen.
Bloemen laten zich moeilijk vangen. Zeker niet in een fossiel, ze vergaan te makkelijk. Een gevallen bloem verwelkt binnen een paar dagen. Tekort om in steen vast gelegd te worden. Nee, de beenderen van een beestje of mens zijn daar veel geschikter voor. Toch hebben ze een kleine 100 miljoen jaren geleden een fossiel gevonden met een bloem afbeelding van de Archaeanthus. Deze lijkt een beetje op de magnolia, vind je niet?
Magnolia behoort tot een van de eerste bloemplanten en is dus een van de oudste bloemen. Daarvoor waren er al de varens en de coniferen die het plantenrijk groen kleurden, tenminste op het vaste land. In het water had je de algen en de wieren. De magnolia mag dan stok oud zijn, ze is en blijft een elegante bloem. Jammer dat ze zich zo kort laten zien, maar ja, je kan niet alles hebben.
Foto’s maak je tegenwoordig snel en makkelijk. Professionele fotografen natuurlijk niet, zij hebben een fototoestel op zak. Anna Atkins, botanicus en fotografe uit de 19 de eeuw, maakte foto’s zonder camera. Ze wordt door sommigen beschouwd als de eerste vrouwelijke fotograaf. Anderen zijn daar nog niet over uit, want zijn het wel echte foto’s? Maakt mij niet uit, mooi zijn ze wel.
In plaats van planten te beschrijven, maakte blauwdrukken van planten. Bond het geheel van blauwdrukken samen etvoilà een prachtig boek. In haar eerste gebonden boek bracht ze algen in beeld, een van de eerste planten, daarna volgden varens en andere planten. Ze maakte de blauwdrukken door cyanotypie. Het Rijksmuseum heeft vorige maand een van haar zeldzame fotoboeken, Photographs of Brittish Algae , gekocht en die is vanaf 17 juni te zien in het Rijksmuseum.
Bingerden 2017 – 16,17 en 18 juni
Tuin Bingerden foto MvLDe internationale kwekerijdagen op de buitenplaats Bingerden (vlakbij Arnhem) beginnen eind deze week weer. Vanaf 16 juni kun je 3 dagen je ogen uitkijken, je kruiwagen volladen met de meest uiteenlopende en bijzondere planten. Gewoon wandelen in de tuinen kan natuurlijk ook, via monumentale taxushagen en -figuren door de oude moestuin langs honderd jaar oude bomen, waan je je even in een andere wereld.
Nog steeds moet ik wennen aan de snel veranderde social media met z’n vloggers, bloggers, twitters, instagrammers en ga zo maar door. Facebook is voor mij nog raadselachtig, terwijl dat toch al vrij ouderwets is. Ik wil wel meedoen, maar tegelijkertijd remt het me af. Alles moet snel en vaak, anders tel je niet mee. Schaar mij gerust onder het meer behoudende type: waarom weer een nieuwe telefoon als de ‘oude’ nog goed is of een nieuwe man als de oude nog steeds je grote liefde is? De mooie kant van social media is dat het om delen gaat. En wie kan er nou tegen delen zijn, houd ik mezelf voor.
Uit mijn ooghoeken zag ik iets oplichten aan de andere kant van de de straat. Ik zat op de fiets en was al een paar meters verder, maar moest toch achterom kijken en zag daar een reuze klaproos staan. Het was de combinatie van licht en kleur die de oplichting van de bloem veroorzaakte. De schittering was zo groot dat ik niet anders kon dan omdraaien en terug fietsen. Zo kon ik de tere bloembladen in alle rust bekijken en met u delen, want ja ik wil er ook graag bij horen.
Deze klaproos met haar grote en opvallende bloem is de Papaver orientale. In de volksmond ook wel de oosterse klaproos genoemd en zij is één van de vele soorten uit de familie van de Papaveraceae. Het is een sterke vaste plant die weer en wind kan verdragen. Het zijn gemakkelijke planten en hebben de rare eigenschap om na de bloei bovengronds volledig af te sterven net zoals de tulp en de narcis. Echter geen paniek: de plant neemt even een rustpauze en komt later op het jaar gewoon terug. De moeite waard om voor om te fietsen.
Dinsdag was ik bij PINC, een oplaadpunt van ideeën én van je eigen energie. PINC staat voor People, Ideas, Nature en Creativity. Gedurende de dag vertellen 16 bevlogen mensen uit binnen en buitenland hun verhaal. Het zijn de meest uiteenlopende en bijzondere verhalen over muziek, natuur, wetenschap, sport, economie, wilskracht of ziektes. Alles is mogelijk, als het maar persoonlijk, innovatief of creatief is.
Zo was er dit jaar de Schot Ian Little die vertelde over een kwekerij van bomen die tot stoel opgroeien. De bomen groeien in de vorm van een stoel, en als de stoel volgroeid is wordt hij eraf gezaagd en kan de volgende stoel gaan groeien. Het duurt ongeveer 4 à 5 jaar voordat een stoel volgroeid is. Heel duurzaam. Er groeien ook lampen en tafels. De bomen die gebruikt worden zijn katwilgen (salix viminalis), omdat deze lekker buigzaam zijn en daardoor makkelijk in allerlei vormen kunnen groeien. Het ziet er grappig uit vooral omdat de stoelen ondersteboven groeien, dat groeit blijkbaar het makkelijkst.
bron:fullgrown.co.uk
Dit is een zuinige vorm om meubels te produceren, vergeleken met de huidige industrie: geen bossen die gekapt moeten worden, geen grote machines die de bomen omzagen en wegslepen, geen vrachtwagens die de bomen vervoeren, geen fabrieken die bomen tot meubels maken. Wat een besparing aan kosten én een vermindering van vervuiling. De boomstoelen halen juist de vervuiling (CO2) uit de lucht en geven ons de zuurstof. Weer een goed verhaal.