
Op het blad van het Zeeuws knoopje was iemand met een wit potlood in de weer geweest. Eerst fijne lijnen, vervolgens dikker en tenslotte lekker wit gekras. Een waar kunstwerkje. Ik was onder de indruk en wreef voorzichtig met m’n vinger over het blad, maar het bleek er niet opgetekend te zijn, nee, het zat in het blad zelf. Geen verdikkingen op het blad te voelen. Wonderlijk, hoe kan zo’n tekening onder een bladlaag terecht komen?
Het is soms fijn om in wonderen te geloven en bovendien goed voor je fantasie: zou het de plant zelf deze tekening hebben gemaakt? Ja, al is het tegen beter weten in, wonderen zijn heerlijk om in mee te gaan. Zo las ik gisteren in de Volkskrant dat een Amerikaanse tiener na een klap op z’n kop opeens alleen nog maar Spaans bleek te praten. Een taal die hij daarvoor nog niet beheerste. Ik stuurde het artikel meteen door aan de vriendin waarmee ik Spaanse les volg. Wij hebben elke week de grootste moeite om de opgegeven Spaanse woorden in ons hoofd te krijgen. Een kopstoot zou uitkomst bieden.
Het wonder van de witte lijnen zijn van vliegen of larven. Ze leven binnen in het blad en laten vraatsporen achter. De gangen worden ‘mijnen’ genoemd en de larven ‘mineerders’. Nogal heftig woorden voor zulke fijne gangen en kleine beestjes. Had ik het maar niet opgezocht en mijn fantasie de vrije loop laten gaan…
Het leuke van kinderen is dat ze echt in wonderen geloven. Zo antwoordde Joris (4 jaar) op de vraag hoe het komt dat bladeren in de herfst opeens rood kleuren dat er ’s nachts kleine mannetjes met verfpistolen op het schoolplein komen om de bladeren van de bomen rood of geel te kleuren. Tja, dat is toch een beter verhaal dan de werkelijkheid.