Foto MvL
Overblijvende Ossentong (Pentaglottis-sempervirens), een wat vreemde naam voor een klein lief blauw bloemetje die nog kleiner oogt dan ze in werkelijkheid is. Dat laatste komt door haar grote bladeren. Ze lijkt op een vergeet-me-nietje, maar is een stuk groter en bovendien behaard. De naam ‘ossentong’ komt door de ruwheid van het blad, dat als een ossentong aanvoelt. Niet dat ik ooit een ossentong heb gevoeld, maar ik kan me er iets bij voorstellen. De onderste bladeren zijn groter dan de bovenste en goed te herkennen omdat er witte stippen op staan.
De ossentong komt oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa en zie je daar vaak, echter in Nederland is ze zeldzaam en kom je haar in het wild niet snel tegen. Soms langs bosranden of straten in stadsgebieden. Aan haar lange bloei ligt het niet, ze bloeit al vanaf april tot in de herfst en daarom een geliefde plant voor in de tuin.
Bijzonder aan de plant is dat de vruchten, net als bij het sneeuwklokje, een mierenbroodje bezitten. Dit is een aanhangsel aan de zaden, waarop mieren verzot zijn. Zodra de zaden op de grond vallen gaan de mieren er mee aan de haal en zorgen zo voor de verspreiding van de Ossentong.