De winter is nauwelijks begonnen of het voorjaar dient zich al aan. De bollen die ik in november heb geplant steken in een rap tempo hun groene kop boven de grond. Een koddig gezicht die groene sprieten in de voornamelijk grauw gekleurde tuin.

Zodra de bollen bloeien, ik denk dat het kleine witte narcissen en zwarte tulpen zijn, laat ik ze je zien. In het Amsterdamse bos staat de berenklauw (Heracleum) nog steeds in bloei. Meestal bloeit hij van juni tot oktober, maar met deze temperaturen duurt zijn bloei voort.

De berenklauw behoort tot de schermbloemenfamilie (apiaceae) en is sterk behaard. Pas op met aanraken. Ze kunnen snel de huid irriteren, zo erg zelfs dat het op een brandwond lijkt (en voelt!). Ook het sap van de berenklauw is giftig. De gewone berenklauw wordt tussen de 90 en 150 cm lang, de reuze berenklauw daarentegen kan wel 5 meter worden en begint zo langzamere hand een ware bedreiging voor ons buurland België te vormen. Genoeg over de laatbloeier de berenklauw, nu verder met de vroegbloeiers. Wat te denken van deze sneeuwklokjes (Galanthus nivalis) in Artis?

Sneeuwklokjes zijn dankbare winterbloeiers tussen groenblijvende vaste planten en daarom goed geschikt voor een graftuintje. In de volgende Groene Vrijdag meer daarover. Ook de toverhazelaar staat bij Artis al in bloei, evenals de oogverblindende fuchsia kleurige camelia. Dit is extreem vroeg, normaal begint de camelia op zijn vroegst aan het einde van de winter te bloeien.
Plantenjournaal- Roos uit het verre oosten
Camelia’s (Camellia) groeien van nature in China en grote delen van Japan. Van de blaadjes van de Camellia sinensis wordt al eeuwen heerlijke thee (witte, groene en oolang) getrokken. Sinensis is Latijn voor Chinees. De meest voorkomende soort in Nederland is de Camellia japonica, ook wel Japanse roos genoemd. Deze is in de 18de eeuw via Engeland in West-Europa terecht gekomen. Wel een aardig verhaal om te vertellen.

In de koloniale tijd raakten Europeanen verslingerd aan de Chinese thee. De Europese theehandelaren kwamen zo op het idee de camelia’s naar Engeland te halen en die in kassen op te kweken om vervolgens daarmee zelf theeplantages te bestieren. En zo geschiedde. Echter toen ze van de blaadjes thee wilden trekken, bleek dat die niet te drinken was. De Chinezen hadden hun concurrenten niet de echte theeplant (Camellia sinensis) meegegeven, maar één die erop leek, de Camellia japonica. Die heeft hetzelfde blad, maar thee krijg je er niet van.
De teleurgestelde theehandelaren lieten de Japanse camelia’s links liggen. Pas toen de planten uitbundig begonnen te bloeien, zagen ze er handel in.Twee eeuwen lang was de struik een ware rage onder aristocraten, die hem in hun verwarmde oranjerieën met alle egards verzorgden. Toen er aan het einde van de 19 de eeuw een financiële crisis uitbrak, bekommerden weinigen zich nog om de oranjerieën en de camelia’s, die het desondanks uitstekend bleven doen en zelfs de koudste winters overleefden.
De camelia japonica is een groenblijvende plant (struik of boom) met glanzend groene bladen. Ze bloeien ‘meestal’ van eind februari tot mei. De camelia houdt van een beschutte plek, zure grond en is nu redelijk bestand tegen vorst. Niet alle. Dus let bij de aankoop op: kies voor een vorstbestendige soort en neem een camelia van minstens 4 jaar oud. De oudere planten kunnen beter tegen vorst dan de jonkies. Mocht het streng gaan vriezen neem dan maatregelen zoals ze bedekken met een dikke laag bladeren om de wortels te beschermen. Dit kan je al in de herfst doen. Gelieve camelia’s in pot binnen te zetten. Laat de vorst nu maar komen.