
Une porte de bonheur. Een poëtisch omschrijving voor een bloempje. Laat dat maar aan de Fransen over. De Franse taal mag dan af en toe wat omslachtig klinken, maar beeldend beschrijven kan ze als geen ander. Net als de Belgen trouwens. Het is in België en Frankrijk al eeuwen een gewoonte om op 1 mei een lelietje-van-dalen (Convallaria majalis) aan een geliefde te geven. Je geeft het uit genegenheid en het zou geluk brengen. Terwijl gisteren op 1 mei in de grote Franse steden mensen met spandoeken demonstreerden vanwege de arbeid (of het gebrek eraan), zag je op het platteland mensen met mandjes met zelf gekweekte Mugets lopen. Ook in de winkel waren ze overal te koop.
Ze groeien vaak in bosrijke gebieden en op 1 mei mag iedereen ze plukken. De rest van het jaar zijn ze beschermd. Kinderen plukken ze vaak ter aanvulling op hun zakgeld.
Het is een heerlijk fris geurend bloempje met kleine witte kelkjes en in verhouding grote groene bladen. Het meikelkje doet het goed half in de schaduw. Het is daarom uitermate geschikt voor de wat donkere stadstuin: een handige bodembedekker die het onkruid verdringt. Hij mag dan wel geluk brengen, maar hij is giftig als de neten. Dus let op, vergiftig je geliefde niet (ook poezen en honden uit de buurt houden).
Ik had het geluk om een weekje in de Provence te logeren. Gisteren reden we uit Marseille, dwars door een demonstrerende menigte, naar een klein dorpje verderop in de de bergen. Lourmarin, een typisch Frans dorpje met kleine steegjes, enkele winkeltjes en veel cafés en restaurants. In de zomer moet je er niet wezen, veel te druk met toeristen. Nu was het er aangenaam. We hadden afgesproken voor de lunch met een aardige familie die een week onze dochter onder haar hoede had genomen.
Omdat we vroeg waren, was ik even naar het kleine begraafplaatsje gelopen. De Franse filosoof en schrijver Albert Camus lag daar begraven. Ik was een jaar of vijftien toen ik voor eerst van Camus en zijn absurdisme hoorde. Het was de Franse leraar die onze klas meenam naar een van zijn toneelstukken en we voor het eerst spraken over de zin van het leven…. Geen haar op mijn hoofd die daar toen aan dacht.

Franse graftombes zijn pracht en praal graven. Pompeus, één en al steen en nauwelijks met bloemen omringd. Het graf van Camus was anders. Het viel op door zijn eenvoud. Een ruwe steen te midden van uitgebloeide bloemen, waar de naam nonchalant was uitgehakt. Een mooi graf, zelfs met die uitgebloeide bloemen.
Enkele uren later. Half onder de bomen aan een lange tafel zaten we na te genieten van de heerlijke lunch en wijn met de smaak van de overheerlijke tarte tartin nog in onze mond. Geen zin om te vertrekken. Ik kon daar de hele middag wel blijven zitten. Het antwoord op de zin van het leven voor die middag was eenvoudig.
Wat een mooi stukje weer